Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Aanbevelingen risicopreferentieonderzoeken

Door Wichert Hoekert | December 16, 2024

AFM doet 5 aanbevelingen voor risicopreferentieonderzoeken voor pensioenfondsen en kondigt uitgebreid rapport aan na onderzoek bij fondsen.
Retirement|Investments
Pensioenakkoord

De AFM heeft op 12 december vijf aanbevelingen uitgelicht voor risicopreferentieonderzoeken, en kondigt daarbij aan dat een uitgebreider rapport naar aanleiding van onderzoek bij tien pensioenfondsen aanstaande is. De wet bepaalt dat toetsing van de risicohouding ten minste eens in de vijf jaar moet plaatsvinden. Fondsen kunnen bij een volgend risicopreferentieonderzoek hun voordeel doen van de aanbevelingen die de AFM doet (overigens in vervolg op de eerdere leidraad en de verkenningen van medio 2023).

De AFM geeft onder meer aan dat het bereik aan risiconiveaus dat wordt uitgevraagd afdoende moet zijn. In de praktijk wordt ook wel gesproken van het gammabereik. Wij voegen daar graag aan toe dat er ook een goede spreiding binnen dat bereik moet zijn. Bij vragen waarin afwegingen tussen risico en rendement tot uiting moeten komen ziet de AFM (met name in geval van een langere horizon) dat toenemende risico regelmatig onderbelicht blijft. De toezichthouder geeft aan te verwachten dat zulke vragen niet meer zullen worden gebruikt in toekomstige onderzoeken.

Niet alleen om de betrouwbaarheid van de respons te vergroten, maar ook zodat voldoende deelnemers de uitvraag voltooien, beveelt de AFM aan om vragenlijsten niet te lang en niet te complex te maken. Ook raadt de AFM fondsen aan het risicopreferentieonderzoek en de doorlopen stadia goed vast te leggen. Wat ons betreft betekent dat ook dat fondsen in het ontwerp al rekening houden met de implicaties daarvan voor de vervolgstappen, die uiteindelijk moeten leiden tot de vaststelling van de risicohouding. De AFM stelt in dat verband dat volgbaar moet zijn hoe de resultaten van het risicopreferentieonderzoek (en vervolgens de afleiding daaruit van de risicohouding) volgen uit de verschillende onderdelen van het onderzoek.

De vertaalslag naar de risicohouding valt buiten het toezichtsdomein van de AFM. De huidige praktijk wijst uit dat het proces dat volgt op het risicopreferentieonderzoek bij diverse fondsen moeizaam verloopt. WTW is van opvatting dat die complicaties ten dele kunnen worden vermeden als de opzet van het risicopreferentieonderzoek direct toegesneden is op de vertaalslagen naar de risicohouding.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.

Auteur


Member of the Retirement leadership team

LinkedIn|Twitter


Contact us