DNB heeft een onderzoek uitgevoerd onder dertig grotere pensioenfondsen naar de organisatie van de sleutelfunctie risicobeheer.
DNB ziet als rode draad bij deze grotere pensioenfondsen dat de fondsen en hun sleutelfunctiehouders risicobeheer zich inspannen om de sleutelfunctie goed neer te zetten. De sleutelfunctiehouders zetten belangrijke onderwerpen vanuit risico-perspectief op de bestuurlijke agenda. DNB ziet goede voorbeelden qua periodieke rapportage vanuit de sleutelfunctie risicobeheer naar het bestuur, het geven van tweedelijns opinies en adviezen – niet alleen inzake het doorlopen proces, maar ook inhoudelijk - door de sleutelfunctiehouder én de omgang van het bestuur daarmee. DNB wijst daarbij op het belang van een totaalbeeld van de risico’s. Aandachtspunten vormen de afstemming met het risicobeheer van de uitvoeringsorganisatie (“risk-to-risk meetings”) en de evaluatie van de werking van de sleutelfunctie (aan de hand van vóóraf vastgestelde criteria).
Vanuit onze praktijkervaring kunnen wij aan bovenstaande toevoegen dat ook de middelgrote en kleinere pensioenfondsen druk bezig zijn (geweest) om de sleutelfunctie risicobeheer een natuurlijk onderdeel van de organisatie te laten zijn. Wij zien dat een goed ingerichte periodieke rapportage vanuit de sleutelfunctie risicobeheer aan het bestuur daarin een belangrijke rol speelt. Deze rapportage kan overigens zowel gebruikt worden voor een totaalbeeld van de risico’s (zowel financieel als niet-financieel) als voor een terugkoppeling van belangrijke constateringen door de sleutelfunctiehouder risicobeheer. Dit is een praktische werkwijze waarin de tweedelijns rol van de sleutelfunctie risicobeheer volledig tot zijn recht komt.
Vanuit het proportionaliteitsbeginsel zien wij daarnaast vaak dat bij middelgrote en kleinere pensioenfondsen de rol van de sleutelfunctiehouder risicobeheer door een bestuurslid van het fonds wordt uitgeoefend. Net als DNB zijn wij hier in veel gevallen voorstander van vanwege de positie en kennis van een bestuurslid binnen een pensioenfonds. Inmiddels zijn in de praktijk ook genoeg voorbeelden van sleutelfunctiehouders risicobeheer die geen bestuurslid zijn, maar hun rol toch efficiënt én effectief kunnen uitvoeren. Voor sleutelfunctiehouders risicobeheer die geen bestuurslid zijn, is het lastiger om goed en snel genoeg aangehaakt te zijn bij belangrijke onderwerpen die spelen binnen een fonds. Voor sleutelfunctiehouders risicobeheer die wel bestuurslid zijn, is de uitdaging meer om te voorkomen dat de rol van de eerste lijn ingenomen wordt. In beide gevallen zijn goede afspraken en open communicatie met alle betrokken essentieel.
Het aandachtspunt van DNB inzake evaluatie van specifiek de sleutelfunctie risicobeheer is naar onze mening nog iets breder namelijk evaluatie van het integraal risicomanagement in zijn algemeenheid. De uitvoering van de eigenrisicobeoordeling is naar onze mening een uitgelezen moment om hier de juiste structuur voor op te zetten. De eigenrisicobeoordeling dient immers een analyse en beoordeling van de werking van het risicobeheer te bevatten. In de jaren dat geen eigenrisicobeoordeling plaatsvindt, kan deze evaluatie dan op een enigszins verkorte wijze plaatsvinden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marnix Ceelaert of Floris van Rijn.