Ruim helft pensioenfondsen rapporteert kosten op incorrecte wijze
Op 1 april heeft de AFM een rapport gepubliceerd over de rapportage en verantwoording van pensioenbeheer- en vermogensbeheerkosten door pensioenfondsen. De AFM constateert in het rapport dat veel fondsen daarin tekort schieten.
De wettelijke voorschriften bepalen dat fondsen in hun jaarverslag drie kostentotalen publiceren: de totale pensioenbeheerkosten, de totale vermogensbeheerkosten en de totale transactiekosten. Daarnaast moeten drie ratio’s worden gepubliceerd: de pensioenbeheerkosten worden uitgedrukt per deelnemer (waarbij het aantal deelnemers gelijk wordt gesteld aan het aantal actieven plus het aantal gepensioneerden; slapers blijven dus buiten deze telling), en de vermogensbeheerkosten en de transactiekosten worden uitgedrukt als percentage van het totaal beheerde pensioenvermogen.
De AFM heeft 166 jaarverslagen over het boekjaar 2019 onderzocht en constateert dat het totaal van de drie kostencomponenten ongeveer 9 miljard bedroeg. Ongeveer 10% daarvan betreft pensioenbeheerkosten, waarbij voor die categorie sprake is van een aanzienlijke afhankelijkheid van het aantal deelnemers. Die kosten lopen uiteen van circa 50 euro per deelnemer voor de grote, tot circa 1.000 euro per deelnemer voor de kleine fondsen. Voor de vermogensbeheerkosten en transactiekosten is van een relatie met de omvang van het fonds veel minder sprake. De vermogensbeheerkosten bedragen tussen de 10 en 80 basispunten van het vermogen, de transactiekosten tussen de 1 en 25 basispunten – waarbij aangetekend dat in die laatste categorie de grootste onzekerheid zit omdat deze kosten soms lastiger in beeld te brengen zijn.
Naar aanleiding van het onderzoek constateert de AFM dat 33 van de 166 fondsen één of meerdere van de verplichte bedragen of ratio’s niet publiceren, en nogeens 57 fondsen hebben één of meerdere bedragen of ratio’s onjuist opgenomen. In veel gevallen heeft dat ermee te maken dat de transactiekosten niet correct worden afgezonderd van de vermogensbeheerkosten.
Verder merkt de AFM nog op dat er ruimte voor verbetering is in de verantwoording van de hoogte van de kosten. Zo wordt bijvoorbeeld vaak niet ingegaan op de relatie tussen de aard van de beleggingsmix en de hoogte van de vermogensbeheer- en transactiekosten. Die verantwoording acht de AFM wel van belang en van toegevoegde waarde voor deelnemers.
De Pensioenfederatie heeft pensioenfondsen in een reactie op het rapport opgeroepen om de aanbevelingen van de AFM in aanmerking te nemen, waar mogelijk nog in de verslaggeving over 2020 waar fondsen nu mee bezig zijn.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.