Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Sta afwijkend beleggingsbeleid in solidariteitsreserve toe

Door Sander Gerritsen en Wichert Hoekert | September 16, 2020

Een blogpost over het toestaan van een afwijkend beleggingsbeleid voor de solidariteitsreserve.
Investments|Retirement
Pensioenakkoord

Het pensioenakkoord betekent dat er een keuze ontstaat tussen twee contractsvormen: het nieuwe contract, en (varianten van) de Wet verbeterde premieregeling. Het nieuwe contract biedt meer mogelijkheden voor risicodeling tussen generaties, en de Wet verbeterde premieregeling maakt meer keuzevrijheid en maatwerk mogelijk. Risicodeling tussen generaties wordt onder meer, of in het bijzonder, gerealiseerd door de werking van de solidariteitsreserve. Die is verplicht in het nieuwe contract en heeft een maximale omvang van 15% van het totale belegde vermogen. Vulling ervan kan geschieden uit premie of uit overrendement, in beide gevallen tot een maximum van 10% per jaar. Voor aanwending zijn de mogelijkheden ruimer, maar in algemeenheid is het doel om scherpe randjes weg te nemen in de negatieve uitkomsten.

De solidariteitsreserve heeft ontegenzeggelijk een theoretische meerwaarde, maar aan vergroting daarvan door een afwijkend beleggingsbeleid staan praktische bezwaren én wellicht ook wetten in de weg. Over de afweging tussen de voor- en nadelen van het aanhouden van een solidariteitsreserve willen we het hier niet hebben, die moet op fondsniveau plaatsvinden en wordt grotendeels door principes bepaald. Wel willen we het hebben over een ons inziens onnodige restrictie die de wetgever voor ogen heeft. Die onnodige restrictie bestaat erin dat het ministerie uitgaat van een collectief beleggingsbeleid dat identiek is voor zowel de voor uitkeringen gereserveerde vermogens als de solidariteitsreserve. De theoretische meerwaarde van de solidariteitsreserve wordt echter vergroot door die restrictie op te heffen. Dat maakt het mogelijk het beleid te richten op kapitaalbehoud – zodat de solidariteitsreserve omvangrijker is in gevallen waarin deze nodig is. Wij pleiten er dan ook voor om voor de solidariteitsreserve een afwijkend beleggingsbeleid toe te staan. Dat kan ook impliciet, zodat de uitvoeringsimplicaties beperkt blijven. Het rendement op de solidariteitsreserve kan dan worden bepaald door een specifieke weging van overrendement en beschermingsrendement. Wel vergt dat des te meer zorgvuldige vastlegging.

De beleidsuitgangspunten en de risicohouding zoals die voor de regeling zijn geformuleerd bepalen ook de criteria voor de werking van een solidariteitsreserve. Analyses op fondsniveau moeten uitwijzen op welke punten, en in welke scenario’s, aanwending van de solidariteitsreserve het meest wenselijk is. Door het beleggingsbeleid voor de solidariteitsreserve zodanig vorm te geven dat het minder gevoelig is voor juist die negatieve scenario’s, bijvoorbeeld door de blootstelling aan zakelijke waarden te beperken, kan de meerwaarde worden vergroot. Denk daarbij aan jaren met negatieve rendementen op zakelijke waarden. In scenario’s en jaren waarin aanwending van de reserve meer waarschijnlijk wordt, lijdt de omvang ervan dan minder of niet onder de marktomstandigheden die juist de aanleiding zijn tot die aanwending. Het fonds heeft daardoor meer munitie om de scherpe randjes weg te nemen.

Een ander voorbeeld: als in de regeling een bepaalde mate van koopkrachtbehoud wordt nagestreefd, ook in de geambieerde vervangingsratio, zou de solidariteitsreserve tot doel kunnen hebben aan te vullen in gevallen wanneer beschermingsrendementen en overrendementen daarvoor ontoereikend zijn. Als dat het voornaamste doel van de solidariteitsreserve is, zou een inflatiegerelateerd beleggingsbeleid de werking van de reserve ten goede kunnen komen.

Ook in de hedendaagse praktijk van het financieel toetsingskader is deze kwestie relevant, namelijk waar sprake is van bestemmingsreserves. Afhankelijk van onder meer de doelstellingen van een reserve en de verwachte omvang ervan beoordelen fondsen of een (impliciet) afwijkend beleggingsbeleid van toegevoegde waarde is. Toestaan van een (impliciet of expliciet) afwijkend beleggingsbeleid voor de solidariteitsreserve heeft naar onze mening een meerwaarde die de uitvoeringstechnische implicaties ervan, die met name gelegen zijn in de herbalancering, doorgaans rechtvaardigt. Wettelijke beperkingen zouden die afweging niet in de weg moeten staan.

Authors


Member of the Investment leadership team

Member of the Retirement leadership team

LinkedIn|Twitter


Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Beleggingen Pensioen Pensioenakkoord
Contact us