Punten van kritiek betreffen met name enkele technische aspecten, zoals de reële dekkingsgraad, de vormgeving van de haalbaarheidstoets en de fijnmazigheid van de regels voor toekomstbestendige indexatie. Willis Towers Watson concludeerde in het rapport, en in de mondelinge toelichting erbij, dat het FTK in het toezicht op een contract dat gebaseerd is op een nominaal garantiestreven in bepaalde aspecten al tamelijk rekkelijk is. Wij zijn van mening dat een nog rekkelijker interpretatie min of meer impliceert dat het garantiestreven wordt verlaten, waarmee het contract in de kern zou worden gewijzigd.
Het rapport van Willis Towers Watson gaat specifiek over de aanpassing van het FTK, en dus niet over het FTK als zodanig, de rekenrente of de toekomst van het stelsel. Begrijpelijkerwijs ging de aandacht in het verdere gesprek op 17 mei ook uit naar deze aanpalende onderwerpen. Het CPB, DNB, Netspar en de Pensioenfederatie onderschreven in hun reacties op hoofdlijnen de bevindingen uit het evaluatierapport. De Pensioenfederatie maakt daarbij een uitzondering voor de bevindingen inzake de premiedekkingsgraad, waarover het rapport stelt dat aanhoudende significante verschillen tussen fondsdekkingsgraad en premiedekkingsgraad op gespannen voet kunnen staan met de evenwichtigheid. DNB pleitte in dat verband voor de herinvoering van de premiedekkingsgraadseis.
Theo Kocken (hoogleraar aan de VU) gaf in zijn reactie aan te voorzien dat een geleidelijke transitie naar een toekomstig stelsel in de vorm van opbouw in premieovereenkomsten en uitkeringen in collectiviteit plausibel is. Aangezien die tendens in de praktijk al waar te nemen is lijkt dat inderdaad een goed denkbaar scenario.
Het ronde tafel gesprek is via de website van de Tweede Kamer terug te zien.
Het onderwerp rekenrente, dat in diverse bijdragen aandacht kreeg en waarover Willis Towers Watson eerder stelde dat een risicovrije rente passend is bij het karakter van het contract waarop het FTK toeziet, kwam enkele dagen later opnieuw ter sprake in de Tweede Kamer. Dat gebeurde in de tweede termijn van de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van kamerlid Van Rooijen van 50Plus. Dat voorstel zou een tijdelijke ondergrens aan de rekenrente van 2% introduceren. In het debat tekende zich een meerderheid tegen dat voorstel af. Kamerlid Grashoff van GroenLinks diende een motie in om het financieel toetsingskader nader te laten evalueren om zo te komen tot voorstellen tot aanpassing ervan.
