De Pensioenwet bevat, zo stelt de minister, momenteel geen waarderingsregels die bepalen welk deel van het pensioenvermogen aan wie toebehoort.
Dat is in het kader van een eventuele invaarexercitie bij overgang naar persoonlijke pensioenvermogens, zoals het kabinet die nastreeft, een interessante vaststelling. Kennelijk is het wat de minister betreft geen vanzelfsprekendheid dat voor elke deelnemer geldt dat de waarde van zijn recht of aanspraak gelijk is aan de dekkingsgraad vermenigvuldigd met de individuele voorziening. Dat is conform wat wij in het concept voor carve outs hebben betoogd; bij een fondsdekkingsgraad rond de 110% zal de individuele waarde voor ouderen wat lager liggen dan dat, en voor jongeren juist wat hoger. Dat onder meer vanwege de uitwerking van de toeslagregels van het FTK.
In navolging van DNB stelt Koolmees vervolgens dat het wenselijk zou zijn dat de wet uitgangspunten biedt voor de beoordeling van de evenwichtigheid van, bijvoorbeeld, een carve out. De vraag is of wetgever en toezichthouder daar een open norm voor ogen hebben, of dat zij een set rekenregels willen voorschrijven. Omdat diezelfde uitgangspunten ook bij een toekomstige invaarexercitie van toepassing kunnen zijn heeft Koolmees het verstandig geacht om de wettelijke aanpassing (van PW58) die nodig is om een carve out mogelijk te maken nu niet door te voeren of verder te onderzoeken, maar daarmee te wachten tot de behandeling van een toekomstige contractsvorm.
Met carve outs bedoelen wij in de eerste plaats de waardeoverdracht van een deel van de rechten en aanspraken uit een fonds dat blijft voortbestaan. Meest aantrekkelijk is de vorm waarin de rechten van gepensioneerden worden overgedragen aan een verzekeraar. Daarmee kan, omdat recht wordt gedaan aan het verschil in risicoprofiel en tegelijkertijd voordeel wordt behaald door verschillen in toezichtregime (in het bijzonder het ontbreken van een toeslagdrempel in indexatiebeleid in verzekerde omgeving), voor zowel vertrekkende als achterblijvende deelnemer voordeel ontstaan.
In een andere vorm blijven carve outs wel gewoon mogelijk, namelijk als het gaat om de gelijktijdige overdracht van verschillende groepen deelnemers aan verschillende uitvoerders bij liquidatie van een fonds. Toedeling van het vermogen vindt dan plaats op basis van de huidige open evenwichtigheidsnorm.