De Stichting van de Arbeid heeft, zoals ook al eerder aangekaart door onder meer de Pensioenfederatie, in een brief aan de staatssecretaris van Financiën gepleit voor aanpassing voor de voorwaarden voor inkoop uit netto pensioen in een pensioenfonds. Momenteel geldt daarvoor dat in de inkoop het gehele vereist eigen vermogen moet worden meegefinancierd. Omdat dekkingsgraden momenteel bijna overal lager dan vereist zijn leidt dat, zo stelt de STAR, tot overfinanciering – en fondsen zouden om die reden zelfs overwegen de regeling te staken. De STAR noemt overigens niet de mogelijkheid van inkoop in variabel pensioen, waarbij deze problematiek niet zou gelden.
De staatssecretaris reageerde op 16 maart in een brief aan de kamer op enkele vragen hierover, en geeft onder meer aan dat juist door de huidige condities de fiscale hygiëne (op grond waarvan het eerste doel is om te voorkomen dat er geldstromen ontstaan van nog te belasten geld naar al belast geld, hetgeen het geval zou zijn bij onvoldoende prudente inkoop uit netto pensioen) geborgd is.
Over variabel pensioen (en in bredere zin de Wet verbeterde premieregeling) beantwoordde het ministerie eerder deze maand enkele schriftelijke vragen. Onder meer wordt ingegaan op het hanteren van een lifecyclebeleid bij uitvoering van een premieovereenkomst door pensioenfondsen, wat verplicht wordt tenzij het fonds kan aantonen dat anderszins zorg wordt gedragen voor reductie van het risicoprofiel naar mate de pensioenleeftijd dichterbij komt. Maar ook gaat het ministerie (naar aanleiding van een motie van Van Rooijen c.s.) in op variabele uitkeringen uit vrijwillige regelingen, waaronder ook netto regelingen. Bezien wordt of de taakafbakeningseisen hierin belemmerend moeten zijn.
Bij variabele uitkeringen uit netto pensioen zou de fiscale hygiëne vanaf ingang van de uitkering min of meer volgen uit de structuur, mits op basis van specifieke grondslagen (waaronder ervaringssterfte).
Het aantal fondsen dat een netto regeling uitvoert is momenteel beperkt, maar zou kunnen oplopen als bovengenoemde obstakels worden weggenomen. Daarnaast zou de relevantie van een netto regeling toenemen als het maximale salaris waarover pensioen opgebouwd kan worden onder de omkeerregel zou worden verlaagd.