Op 10 juli bereikten premier Alexander De Croo en minister Lalieux een voorlopig akkoord om "de budgettaire houdbaarheid van de pensioenen te verbeteren". Het akkoord wil de kosten van de vergrijzing met bijna 0,5% verminderen tegen 2070. Het is een directe reactie op het verzoek van de Europese Commissie in mei aan België om budgettaire voorzichtigheid te betrachten in het licht van de vergrijzing, en om het gebrek aan voldoende compenserende begrotingsmaatregelen te benadrukken. De Ministerraad heeft het voorontwerp op 12 september goedgekeurd.
De nieuwe pensioenovereenkomst introduceert de volgende maatregelen:
Voor pensioenen in de 2e pijler:
- De Wijninckx bijdrage stijgt van 3% naar 6% vanaf 2028: De Wijninckx-bijdrage is een speciale jaarlijkse socialezekerheidsbijdrage voor aanvullende pensioenen die in 2012 werd ingevoerd. De bijdrage van 3% is verschuldigd wanneer de som van het wettelijk pensioen, het aanvullend pensioen en het overlevingspensioen van een werknemer de "pensioendoelstelling" overschrijdt. Deze bijdrage zal worden verhoogd tot 6% vanaf 2028 om te voldoen aan de standstill in de belastingregels die door de sociale partners is gevraagd in maart 2023.
- Vanuit actuarieel oogpunt is er een bijkomend punt van zorg in verband met de vergelijking van aanvullende pensioenreserves met wettelijke pensioenen en pensioendoelstellingen. Deze vergelijking is gebaseerd op een conversiefactor die rekening houdt met prospectieve tabellen en het gemiddelde rendement op OLO's. De laatste jaren zijn de OLO-percentages aanzienlijk gestegen. Door de stijging en de opwaartse trend zal de omrekeningsfactor verlagen. Hierdoor zullen de pensioendoelstellingen sneller worden behaald en als gevolg hiervan zal de Wijninckx-bijdrage naar verwachting voor een groter aantal werknemers gelden.
- Minimumpensioen: De vierde verhoging van het minimumpensioen die voor 2024 was gepland, zal worden geannuleerd omdat het streefcijfer van 1500 euro voor het minimumpensioen al is bereikt als gevolg van indexatie. Deze annulering kan gevolgen hebben voor aanvullende pensioenregelingen die deze factor gebruiken om pensioenen te berekenen (effecten verwacht voor berekeningen die begin 2025 worden gemaakt).
Overige ingevoerde maatregelen:
- Het principe van het pensioenbonussysteem versterken: Het doel is om werknemers die in aanmerking komen voor vervroegd pensioen te stimuleren om na deze datum door te werken. Het pensioenakkoord introduceert de mogelijkheid voor werknemers die na deze datum blijven werken om een progressieve pensioenbonus te ontvangen die zal toenemen naarmate ze langer blijven werken na de vervroegde pensioendatum. De pensioenbonus is voordelig omdat deze netto (in plaats van bruto) wordt uitbetaald en niet wordt belast. Wie in aanmerking komt, kan ook kiezen voor een eenmalige uitkering van maximaal €22.650 als hij of zij drie jaar na de vervroegde pensioendatum blijft werken. Dit bedrag kan nog hoger uitvallen als ze langer blijven werken. De regeling treedt in werking op 1 januari 2024.
- Rekening houden met gendergelijkheid in minimumpensioenen: De mini-hervorming van de pensioenen in 2022 heeft strengere voorwaarden ingevoerd voor toegang tot het minimumpensioen. Begunstigden zullen nog steeds moeten aantonen dat ze ten minste 30 jaar loopbaan hebben (met inbegrip van perioden die als gelijkwaardig worden beschouwd), maar met een minimumaantal jaren dat ze daadwerkelijk hebben gewerkt. Deze zijn als volgt:
- 5.000 dagen feitelijk werk, d.w.z. ongeveer een derde van een volledige loopbaan (14.040 dagen), wat overeenkomt met 20 jaar in 4/5 en 16 jaar fulltime; of
- 3.100 dagen feitelijk werk, voor mensen die in deeltijd werken, wat overeenkomt met ongeveer 10 jaar voltijds werk.
Deze maatregel hield echter geen rekening met bepaalde perioden van inactiviteit/beperkte werktijd die vooral vrouwen treffen, zoals adoptieverlof, ouderschapsverlof, regelingen voor loopbaanvermindering in verband met palliatieve zorg, tijd die wordt genomen om voor kinderen te zorgen, enz. De nieuwe overeenkomst zal ervoor zorgen dat deze perioden worden behandeld als perioden waarin daadwerkelijk wordt gewerkt.
Wat staat er nog op de agenda van het pensioenhervormingsproject?
Hoewel de bovengenoemde maatregelen in de pensioenhervormingswet enkele aanpassingen bevatten die gunstig zijn voor werknemers, komen de meeste bepalingen overeen met plannen die de afgelopen jaren zijn geschetst en besproken. Het akkoord is al bekritiseerd door de oppositie omdat er niet wordt verwezen naar grotere bijdragen van de hoogste pensioenen.
Enigszins optimistisch is de hoop dat de inspanning van het regeerakkoord België in staat zal stellen om uit de vuurlinie van de Europese Commissie te geraken en dat deze laatste zal kunnen instemmen met de uitgifte van het langverwachte eerste deel van de fondsen van het Europees herstelplan.