Amstelveen, 16 maart 2020 — Zes op de tien ondernemingen die in 2019 bedrijfsonderdelen hebben afgestoten, zagen hun aandeelhouderswaarde dalen. Dat blijkt uit de Divestment Performance Monitor (DPM) van Willis Towers Watson die is opgesteld in samenwerking met Cass Business School.
Afgaand op de koersontwikkeling gaven bedrijven die in 2019 actief betrokken waren bij verkooptransacties gemiddeld -6,3 procentpunt (pp) toe op de Global Index. 2019 is het op één na slechtste jaar sinds de database in 2010 werd geïntroduceerd, en nauwelijks beter dan 2018, het slechtste jaar ooit met een under-performance van -6,5 pp.
Uit de meest recente gegevens blijkt dat het resultaat van bedrijven die onderdelen hebben afgestoten in de tweede helft van 2019 negatief was, en -6,1 pp lager uitviel dan de index. Hoewel dit een verbetering is ten opzichte van de eerste zes maanden van dat jaar (-7,1 pp), hebben ondernemingen die onderdelen hebben afgestoten nu in zes opeenvolgende jaren gemiddeld geen waarde toegevoegd.
Het onderzoek laat ook zien dat kopers van afgestoten activa, die in de eerste zes maanden van 2019 gemiddeld +1 pp beter presteerden dan de norm in hun bedrijfstak, het in de tweede helft van het jaar een stuk lastiger hadden en -12,7 pp achterbleven bij de bredere markt.
Het aantal transacties in de tweede helft van 2019 was met 320 groot vergeleken met de eerste zes maanden van het jaar (251). Dit komt overeen met elk tweede halfjaar sinds 2010 en was vorig jaar toe te schrijven aan een forse stijging van het transactievolume in zowel Europa als Azië/Pacific. Ondanks deze toename is het totale aantal in 2019 afgeronde transacties (571) sinds 2010 niet meer zo laag geweest.
“Als gevolg van de financiële crisis heeft het afstoten van activa voor veel bedrijven nadelig uitgepakt als het gaat om de ontwikkeling van hun beurskoers in de afgelopen tien jaar”, aldus Gabe Langerak, hoofd M&A Practice voor West Europa bij Willis Towers Watson. “Maar zelfs in de moeilijkste jaren wist ruim 40% van de bedrijven aandeelhouderswaarde te creëren na een divestment. Deze bedrijven hebben begrepen hoe tijdrovend, complex en kostbaar het doen van grondige due diligence en het in goede banen leiden van vaak ondergeschoven personeelskwesties is om een transactie vanuit een sterke onderhandelingspositie te benaderen en het bedrijfsonderdeel voor een zo hoog mogelijke prijs te verkopen.”
Uit de data, die betrekking heeft op bedrijven die onderdelen van een moederbedrijf verkopen aan zowel beursgenoteerde ondernemingen als particuliere beleggers, komt het volgende beeld naar voren:
Langerak: “Europese verkopers zijn in de afgelopen 18 maanden geleidelijk uit de rode cijfers gekomen, wat er mogelijk op wijst dat bedrijven in Europa er weer bovenop komen. Afgaand op de ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar, houdt deze opwaartse trend in de komende kwartalen mogelijk aan, waardoor verkopers positieve rendementen kunnen behalen.
Bedrijven die in staat zijn intern orde op zaken te stellen en echt begrijpen wat ze verkopen, hebben veel betere papieren om een positief rendement uit hun divestment of spin-off te halen.
Door de situatie rondom het coronavirus is de kans groot dat bedrijven die niet hoeven te verkopen, hun transacties zullen uitstellen. Als gevolg van de neergaande markten zullen een aantal bedrijfsonderdelen mogelijk echter voor spotprijzen van de hand kunnen worden gedaan wanneer de dreiging van het virus afneemt.”
Langerak voegt hieraan toe: “Ondanks de dip in het transactievolume, de onzekerheid omtrent invoerrechten, geopolitieke onrust en druk van aandeelhouders zullen bedrijven blijven verkopen, doordat ze genoodzaakt zijn hun exploitatiemodellen te stroomlijnen om nieuwe groeikansen te benutten. Uit onze gegevens blijkt dat het voor bedrijven een hele klus is om in deze moeilijke omstandigheden succesvol te zijn in divestment, maar ook dat verkopers in sommige bedrijfstakken de negatieve wereldwijde trend weten te keren. Een gedisciplineerde en rigoureuze benadering van het complexe afsplitsingsproces helpt om betere kopers aan te trekken, de overblijvende zakelijke activiteiten voor toekomstige groei te positioneren en de aandeelhouderswaarde op te krikken.”
1 Tenzij anders vermeld, wordt de MSCI World Index standaard gebruikt, en in de hele tekst is sprake van het gemiddelde rendement.