Op 28 mei heeft het Actuarieel Genootschap een leidraad uitgebracht voor de backtesting van ervaringssterfteonderzoeken. Hoewel het niet de intentie van de leidraad is backtesting verplicht te stellen, is het uitgangspunt wel dat backtesting in beginsel altijd plaatsvindt. In de leidraad wordt ingegaan op de vormgeving van een backtest. Een backtest dient om op basis van waargenomen sterfte te toetsen of de gehanteerde veronderstellingen passend zijn. Daartoe worden betrouwbaarheidsintervallen gecreëerd, om te toetsen of de waargenomen sterfte daar binnen valt of niet. Zo niet, dan kan dat aanleiding zijn om de nulhypothese (in de regel de ervaringssterftecorrecties die volgen uit het model) te verwerpen.
De leidraad bevat onder meer een negental vuistregels. Eén daarvan is dat backtesting ook voor deelgroepen moet worden uitgevoerd, indien van materieel belang. Daarbij wordt toetsing per geslacht, per leeftijdscategorie en per hoofd- en medeverzekerde genoemd. Elk van deze differentiaties zou volgens de leidraad moeten worden gemaakt. Ook is één van de vuistregels dat er sprake zou moeten zijn van een bestendige gedragslijn, waarin bijvoorbeeld is vastgelegd wat het aantal waarnemingsjaren is waarvan in de backtesting – in beginsel – wordt uitgegaan.
Veel fondsen zullen in de nazomer of het vroege najaar van dit jaar hun ervaringssterftecorrecties actualiseren, als ook de nieuwe AG Prognosetafel uitkomt. Onduidelijk is overigens op het moment nog of en zo ja hoe de oversterfte vanwege de Corona-pandemie in deze nieuwe tafels tot uiting komt. Willis Towers Watson zal in aanstaande ervaringssterfteonderzoeken uiteraard aansluiten bij hetgeen in de leidraad wordt beschreven.