Echter, in realiteit wordt volgens de minister (te) weinig gebruikt gemaakt van dit recht, wat voornamelijk te wijten is aan de onbekendheid met de wet. Ondanks dat de minister de meerwaarde van de Wvps erkent, is hij van mening dat deze wet verbetering behoeft en dat vernieuwing nodig is om te kunnen voldoen aan de eisen van de huidige tijd. Het Wetsvoorstel Pensioenverdeling bij scheiding 2021, dat 11 december 2018 in consultatie is gegaan, moet dat doel dienen.
Hoofdelementen van het wetsvoorstel Conversie als standaard, in plaats van verevening
Bij conversie krijgt de ex-partner een eigen aanspraak op ouderdomspensioen, die voor de uitbetaling niet langer afhankelijk is van het in leven zijn van de verdelingsplichtige. Op die manier worden beide ex-partners beter in staat gesteld een eigen financiële planning te maken. Met dit wetsvoorstel wordt conversie de standaard, maar blijven afwijkingsmogelijkheden bestaan.
‘Ja, tenzij’ in plaats van ‘nee, tenzij’
Waar voorheen het recht op uitbetaling actief geregeld moet worden door de verdelingsgerechtigde, dan wel de verdelingsplichtige, zal het recht op uitbetaling onder de nieuwe wetgeving de “standaardoptie” gaan vormen. Dit brengt dus met zich mee dat de pensioenuitvoerder overgaat tot verdeling van het ouderdomspensioen door conversie, tenzij wordt aangegeven door de ex-partners dat zij de verdeling niet willen of dat zij een afwijkende afspraak over de verdeling hebben gemaakt.
Evenwichtigere verdeling van pensioenvermogen
In de huidige wet heeft de verdelingsgerechte (de ex-partner van de hoofdverzekerde) aanspraak op de helft van het (over de huwelijkse periode) opgebouwde ouderdomspensioen met daarbij het volledige latente partnerpensioen. Feitelijk ontvangt de verdelingsgerechtigde daardoor meer dan de helft van het pensioenvermogen. Het wetsvoorstel hanteert als uitgangspunt dat het totale opgebouwde pensioen (uit de huwelijkse periode) door twee wordt gedeeld. Dit leidt tot een gelijkmatigere verdeling van het pensioenvermogen.
Conversie op basis van uniforme rekenregels
In het wetsvoorstel worden uniforme rekenregels voorgeschreven die in lagere regelgeving zullen worden opgenomen. Bij de waardebepaling en verdeling bij scheiding zullen sekseneutrale en fonds specifieke tarieven worden voorgeschreven. Bij toepassing van de sekseneutraliteit zal een ‘man/vrouw-verdeling’ worden toegepast. Een onjuiste inschatting kan daarbij leiden tot een actuarieel resultaat voor het fonds. Gelet op het feit dat conversie de standaard zal worden zal een goede inschatting van die verdeling aan belang toenemen.
Overige wijzigingen
Voor het bijzonder partnerpensioen wordt met deze wet aansluiting gezocht bij de nieuwe regels rondom de gemeenschap van goederen, namelijk dat alleen het vermogen dat tijdens de huwelijke periode wordt opgebouwd in de gemeenschap valt. Daarnaast wordt de verdelingsgrens gewijzigd van twee keer de afkoopgrens, naar één keer de afkoopgrens De consultatie bij dit wetsvoorstel loopt tot 24 januari 2019. Beoogd wordt het Wetsvoorstel Pensioenverdeling bij Scheiding in 2021 in werking te laten treden. Het zal dan gelden voor scheidingen vanaf dat moment.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Mooren.