Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen en pensioenleeftijd 68

Door Paul de Koning en Bart Weijers | Maart 1, 2017

Per 1 januari 2018 wijzigt de fiscale pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar. Dit heeft als consequentie dat verplichtstellingen aangepast moeten worden via het ministerie van SZW. De verantwoordelijkheid van het aanvragen van een wijziging in de verplichtstelling ligt bij sociale partners.
N/A
N/A

Bij veel bedrijfstakpensioenfondsen geldt een verplichtstelling voor werknemers vanaf een bepaalde minimum leeftijd tot een maximum leeftijd. Vaak wordt als eindleeftijd van de verplichtstelling de feitelijke pensioenrichtdatum van de pensioenregeling genoemd (thans doorgaans de fiscale pensioenrichtleeftijd van 67 jaar).

Per 1 januari 2018 wijzigt de fiscale pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar. Dit heeft als consequentie dat verplichtstellingen aangepast moeten worden via het ministerie van SZW. De verantwoordelijkheid van het aanvragen van een wijziging in de verplichtstelling ligt bij sociale partners. Zij zullen bepalen wat er gewijzigd moet worden in de pensioenregeling, en dat kan meer zijn dan alleen de pensioenrichtleeftijd. Om tot een wijziging van een verplichtstelling te komen, moet rekening worden gehouden met een doorlooptermijn van zes maanden.

In de praktijk betekent dit dat sociale partners al vóór 1 juli 2017 definitief moeten besluiten tot wijziging van de pensioenregeling, zodat tijdig het proces tot wijziging van verplichtstelling kan worden gestart. Geconcludeerd kan worden dat de tijdslijnen krap zijn en dat de kans bestaat dat veel verzoeken tot wijzigingen van verplichtstellingen later dan 1 juli 2017 ingediend zullen worden. Uiteraard zullen de formele procedures en termijnen in acht moeten worden genomen, zowel aan de kant van sociale partners en het fonds als het ministerie, waardoor het mogelijk is dat de wijziging in de verplichtstelling niet op 1 januari 2018 van kracht is. Dezelfde problematiek zal zich opnieuw voordoen als de fiscale pensioenrichtleeftijd in de toekomst verder omhoog gaat.

Wij zijn van mening dat de vormgeving van de verplichtstellingen en de gangbare procedure ter aanpassing ervan heroverweging behoeven – onder meer vanwege deze periodieke aanpassing ervan in geval van aanpassing van de pensioenrichtleeftijd. Dit om te voorkomen dat groepen werknemers buiten de boot vallen, omdat de wijziging van de verplichtstelling niet tijdig is afgerond.

Het ministerie is zich overigens terdege bewust van deze problematiek, en heeft ons aangegeven dat er wordt nagedacht over mogelijke oplossingen.

Een mogelijke oplossing voor de langere termijn zou kunnen zijn om de eindleeftijd van de verplichtstelling in algemene termen te omschrijven (bijvoorbeeld de AOW-leeftijd, de uitdiensttredingsleeftijd uit de CAO of de fiscale pensioenrichtleeftijd). Op de kortere termijn wordt bekeken op welke wijze kan worden gerealiseerd dat sociale partners voldoende tijd krijgen om de wijzigingen van de pensioenregelingen overeen te komen zonder dat het proces van de wijziging van de verplichtstelling in het gedrang komt. Dit alles uiteraard inpasbaar in de huidige kaders van wet- en regelgeving.

Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen, maar ongeacht de uitkomst is het met het oog op een aanpassing van de verplichtstelling des te meer verstandig om de discussie over de pensioenregeling 2018 binnen afzienbare tijd op te starten.

Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Nederland
Contact us