Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Herleving individuele waardeoverdrachten

Door Bart Mooren en Wichert Hoekert | Oktober 28, 2021

De stijgende dekkingsgraden betekenen dat bij steeds meer fondsen de individuele waardeoverdrachten herleven
Retirement
Pensioenakkoord

Herleving individuele waardeoverdrachten

De stijgende dekkingsgraden betekenen dat bij steeds meer fondsen de individuele waardeoverdrachten herleven. Die waren opgeschort bij fondsen waar de beleidsdekkingsgraad onder de 100% ligt. Wat zijn de gevolgen van het herleven van de plicht tot individuele waardeoverdracht?

Een pensioenuitvoerder heeft op grond van artikel 71 PW de plicht om op verzoek van een voormalige werknemer (gewezen deelnemer van de overdragende pensioenuitvoerder) diens pensioenaanspraken over te dragen naar de pensioenuitvoerder van diens nieuwe werkgever. Anders dan voorheen is er geen sprake meer van een maximale termijn na aanvang van de opbouw bij een nieuwe pensioenuitvoerder voor het doen van een dergelijk verzoek.

De meest voorkomende uitzondering op deze plicht is die van artikel 72 PW, namelijk indien de financiële positie van het overdragende en/of het ontvangende pensioenuitvoerder onvoldoende is. Dat is het geval als de beleidsdekkingsgraad per het voorgaande maandeinde lager is dan 100%.

De plicht tot waardeoverdracht herleeft na een dergelijke opschorting weer op het moment dat de beleidsdekkingsgraden van beide fondsen hoger zijn dan 100%. Zowel de overdragende als de ontvangende pensioenuitvoerder dient de (gewezen) deelnemers op wie dit betrekking heeft te informeren over het herleven van de plicht tot waardeoverdracht. Voor deelnemers die voor de herleving een opgave hadden aangevraagd en die nog niet voor de opschorting hadden ontvangen geldt de datum waarop de plicht is herleefd (en niet de datum waarop de opgave is opgevraagd) als overdrachtsdatum. De ontvangende uitvoerder wordt dan geacht binnen drie maanden na de herleving de opgave te hebben gevraagd aan de overdragende uitvoerder. Binnen twee maanden na die aanvraag moet de overdragende uitvoerder de opgave doorgeven aan de ontvangende uitvoerder, die deze binnen twee maanden na ontvangst van de opgave van de overdragende uitvoerder moet vertalen in een opgave van de aanspraken die de deelnemer kan verkrijgen. De deelnemer kan vervolgens binnen twee maanden na ontvangst daarvan al dan niet besluiten tot waardeoverdracht.

De overdrachtswaarde op de overdrachtsdatum wordt berekend op basis van het wettelijk voorgeschreven standaardtarief. Mede bepalend daarin is de 25 jaars spot rate per 30 september van het voorgaande jaar, zodat voor volgend jaar uitgegaan moet worden van een rekenrente van 0,528% (0,082% in 2021).

Opschorting van waardeoverdrachten is niet van toepassing op automatische waardeoverdrachten, en zal ook niet van toepassing zijn voor de uitkering ineens op de pensioendatum. Met andere woorden, de pensioenuitvoerder behoudt het recht op waardeoverdracht van kleine pensioenen en (vanaf 1 januari 2023) de plicht tot het doen van een uitkering ineens als de pensionerende deelnemer daarom verzoekt, ook in de situatie dat de beleidsdekkingsgraad minder bedraagt van 100%.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Mooren of Wichert Hoekert.

Auteurs

Retirement Consultant (Legal)

Member of the Retirement leadership team

LinkedIn|Twitter


Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Pensioen Pensioenakkoord Nederland
Contact us